De dood kun je geen plekje geven, de liefde wel

Opmaak 1
Uit ‘Groter dan een droom’, illustraties Marit Törnqvist

In tijden van verlies is taal soms een lastig ding. Want wat moet je zeggen als iemand voorgoed afscheid heeft moeten nemen van een ouder, een geliefde, een vriend, kind, broer of zus?

Of je nu via Facebook of via een rouwkaart laat weten dat iemand is overleden: reacties zijn soms heel lief, maar vaak ook heel onhandig. Heel goed bedoeld zeggen mensen tegen elkaar: ‘Je moet door hè?’, of ‘sterkte de komende tijd’. En op kaartjes maar ook online schrijven we: ‘Ik hoop dat je er goed doorheen komt’, of ‘ik hoop dat je het een plekje kunt geven’.

Woorden die vaak niet troosten. Want waar is dat plekje dan? En waar moet je precies dwars doorheen? En wanneer hoor je weer volop mee te draaien? En kan dat wel? En hoe lang duurt de pijn eigenlijk om het verlies van een zo dierbaar mens of mensje?

Er staat geen vervaldatum op rouwen. Als er vreselijk veel van iemand is gehouden, dan reist die liefde een leven lang met je mee. Zelfs als je de overledene nooit hebt gekend.  En ook als een belangrijke ander overlijdt en de band niet zo goed was, dan doet het pijn, soms erger dan je denkt.

Het lijkt soms wel of we het verleerd zijn om gewoon met lege handen, zonder woorden naast iemand te zitten. En te laten komen wat er komt. Want het troost niet, zeggen dat je ‘er dwars doorheen moet’. Het troost dat al je gevoelens, al je angsten maar ook de fijne herinneringen, er gewoon mogen zijn.

In tijden van verlies is het belangrijk dat je doet waar je behoefte aan hebt. Het gaat er niet om dat je doet wat hoort, maar dat je doet wat je hart je ingeeft. Wil je op internet laten weten dat je beste vriend is verongelukt? Doen. Wil je via een rouwkaart laten weten dat je graag bezoek wilt, maar dat condoleren iets is dat je verafschuwt? Laat het weten.

Het is bovendien belangrijk dat je in al je kwetsbaarheid niet afwacht tot de ander naar jou toekomt. Soms moet je je eigen zus of vriend vertellen wat je nodig hebt. Als je beste vriendin niet uit zichzelf naar je toekomt, vraag haar dan of ze wil komen. Het is zo lastig om de juiste woorden te vinden, dat sommigen niet durven te komen. Het is zonde als daardoor vriendschappen of familiebanden stuk gaan. Het niet komen lijkt een bewuste daad te zijn, maar is vaak een angst.

Als niemand in je familie of vriendenkring heeft meegemaakt wat jij hebt meegemaakt, dan kan het ook prettig zijn ergens anders steun te vragen. Dat kost kracht, maar is soms noodzakelijk. Als je op jonge leeftijd een ouder verliest, is er haast niemand die weet dat dit ook op latere leeftijd nog een groot gemis kan zijn. Als je je kindje verliest, kan niet iedereen goed begrijpen wat je voelt en dat je het verdriet een leven lang met je meedraagt. Praten met lotgenoten kan dan heel veel lucht geven.  Weten dat je niet de enige bent vermindert het verdriet niet, maar de eenzaamheid vaak wel.

Steeds vaker krijg ik de vraag: ‘is het wel goed, dat mensen via Facebook laten weten dat hun moeder is overleden, of hun partner?’. Mijn antwoord is altijd hetzelfde. Het maakt niet uit hoe je je uit, als het maar aansluit bij wie je bent. Als het uiten je maar helpt. Als je gewend bent op Facebook te vertellen dat je relatie uit is en dat je zo blij bent met je nieuwe baan, dan is het ook niet vreemd dat je juist daar laat weten dat je moeder is overleden.

Maar als je dat niet prettig vindt, als je in plaats van online te gaan liever gaat sporten, of gaat werken, dan is ook dat prima. Ook bewegen is een manier om jezelf te uiten. Dat vergeten we wel eens in deze praatmaatschappij. Er zijn praters en doeners. En alles wat daartussenin zit. Er is geen wet ‘zo rouw je’. Gelukkig niet.

groter dan een droom tornqvist
Uit ‘Groter dan een droom’, illustraties Marit Törnqvist

Terug naar wat troost in tijden van rouw. Online en offline. Neem het jongetje uit het boek ‘Groter dan een droom’ (Aerts en Törnqvist, 2013), dat geboren werd nadat zijn zus overleed. Hij kent haar alleen als een fotootje aan de muur. Hij kent haar uit de verhalen van zijn ouders, uit het verdriet dat soms op alle muren van het huis zit. Op een nacht droomt hij over haar. Ze neemt hem mee op stap. Als hij wakker wordt, vertelt hij zijn droom aan zijn ouders. Hij weet zelfs niet eens zeker of het wel een droom was. Want zus was groter dan een droom. Zijn ouders kijken niet gek op. Zeggen geen dingen als ‘je hebt het maar gedroomd’, of ‘dat kan niet jongen’. Ze zeggen helemaal niets. Aaien hem liefdevol over het hoofd en laten hem woordeloos voelen dat ze er voor hem zijn. Zij weten dat iemand van wie je houdt langer bij je blijft dan gedacht.

Ik droom zelf ook heel veel over mijn ouders. En soms denk ik mijn vader te herkennen in een man die op een bankje in het park zit. Mijn moeder overleed bijna 32 jaar geleden, 14 jaar geleden stierf mijn vader.

Een half jaar na de dood van mijn moeder droomde ik dat ze naast me zat op mijn bed. Ze hield mijn hand vast. Ik was een meisje van 14. In mijn droom zei ze tegen me dat het tijd was om op te staan. We moesten immers naar de markt, het was zaterdagochtend. Ik opende mijn ogen, streek over de lakens van mijn bed en zocht haar hand. Die was nergens meer te vinden. Tranen. Niet alleen van verdriet, maar ook van geluk. Ze had me weer even opgezocht.

In het echte leven probeerden mensen haar juist van me weg te nemen. Docenten die zeiden ‘ben je er nu nog niet over heen?’ Iemand die zei ‘kijk, Daantje lacht weer, meisjes verwerken het vast sneller dan jongens.’ Een week na de dood van mijn moeder. Ik was weer naar dansles gegaan. En ja, ik had gelachen. Blijkbaar snapt de buitenwereld dan helemaal niets van je. Want je bent of aan het verwerken, of je bent verder aan het gaan. Maar dat je de ene dag doodongelukkig kunt zijn, en de volgende dag weer kunt stralen, dat was blijkbaar totaal tegenstrijdig

Gelukkig zijn er ook mensen die wars zijn van hoe het hoort. Die snappen dat rouw geen jaar en een dag duurt. Die weten dat je, als je bijvoorbeeld jaren na de dood van je moeder trouwt, dat je dan ineens haar weer heel erg kunt missen. Mensen die begrijpen dat als de klasgenoten van je overleden zoon afstuderen, dat je dan verdrietig kunt zijn omdat hij nooit volwassen zal worden. En die weten dat het niet raar is dat je op de sterfdag van je broer ook jaren later nog een steek kunt voelen omdat er niemand was die jou zo goed kende als hij dat deed. Herinneringen die pijn doen, maar die je ook enorm veel kracht kunnen geven.

Na de dood van mijn moeder waren er gelukkig mensen die geen woorden nodig hadden. Mijn mentor bijvoorbeeld, die me iedere woensdag heel even wilde zien. Het maakte haar niet uit of ik praatte of zweeg. Ik mocht er gewoon even zijn. Zij wist dat het vrolijke kind in de klas het zwaarder had dan iedereen dacht.

Mijn buurvrouw vertelde in die periode dat ook zij haar ouders jong had verloren. Ik vroeg haar of het ooit ophield, de pijn. Wanneer ze weer geluk had gevoeld, en hoe dan. Zij zei toen dat ze had geleerd om verder te leven, om weer van iemand te houden. Maar dat ze haar ouders nog steeds miste. En ze sprak toverwoorden ‘als je iemand mag blijven missen, dan doet de pijn op een gegeven moment minder zeer.’ Als je de pijn niet wegduwt, duwt deze ook niet keihard terug, zo interpreteer ik haar woorden nu.

En dromen. Die hielpen me ook. In mijn dromen herhaalde mijn moeder de woorden die ze een dag voor haar dood tegen me uitsprak:  ’ik ben er voor je, ook als je het zwaar hebt. Dan leg ik een hand op je schouder.’ Die woorden zijn mijn hele leven troostend geweest. Zij wist hoe ik haar nodig had. Ook nu nog.

Als je mag dromen, dan heb je geen woorden van anderen nodig. Mogen dromen geeft je herinneringen vleugels. Leren omgaan met de dood van iemand die je lief is, is geen kwestie van achter je laten, vergeten, verwerken, voorgoed verleden tijd. Het is waar dan ook, en op welke manier dan ook, de balans zoeken tussen verder gaan en je blijven voeden met de herinneringen aan degene die er niet meer is. Het is de tijd nemen. Zo lang je nodig hebt. Leren omgaan met de dood is geen kwestie van de dood een plekje geven, maar is een kwestie van de liefde voor hem of haar een levenslang plekje geven. Niet online, niet offline, maar in je hart.

Daan Westerink, 30 oktober 2014

Deze tekst sprak ik uit tijdens de Herdenkingsbijeenkomst in de Laurenskerk, op 30 oktober 2014. Deze tekst is de bewerking van een eerder door mij geschreven artikel met dezelfde titel.

 

Over Daan Westerink 515 Artikelen
pedagoog (MEd), rouwdeskundige, docent en onderwijsontwikkelaar, publicist, mediator, trainer en social media expert.

5 Reacties

  1. Ontzettend mooi verwoord en herkenbaar Daan! Mooi hoe je ook beschrijft dat je daar op een bepaald moment in je leven anderen voor nodig hebt die ’toverwoorden’ spreken. Hoe helend en bevrijdend kan dit zijn. Ook heb ik zelf ervaren dat verdriet er dan beter kan en mag zijn. Toch blijft de natuurlijke werking ook af en toe van kracht….dat het maar eens over moet zijn. Het is een tweestrijd binnen in mezelf. Ik heb er een lied over geschreven:

    Over Leven

    Op zoek naar mezelf
    weggestopt gevoel
    Op zoek naar mezelf
    weggestopt verdriet

    Ik voel me verward
    Weet niet wat er gebeurd
    Op eens doet het pijn
    dan voel ik weer niets

    Wegstoppen, negeren, ontwijken.
    Aanpassen, het is mijn tweede natuur…
    Ik ben het zelf

    Maar ik wil niet leven puur met mijn verstand
    Ik wil meer gaan leven met gevoel
    Ik wil van overleven naar leven

    Maar dit verlangen is ook mijn grootste angst
    Te leven in mijn onontgonnen land

    maar ik wil niet leven puur met mijn verstand
    Ik wil meer gaan leven met gevoel
    Ik wil van overleven naar leven
    Ik wil van overleven naar leven
    Ik wil van overleven….
    naar leven!

    Warme groet Ingrid Schudde

  2. Dag Melissa, wat goed dat je bij jezelf blijft, ook als mensen zeggen dat je het niet goed doet. Er zijn inderdaad geen reglementen hoe te rouwen. Wat mensen ook zeggen: je hebt alleen je eigen manier. En jij kunt bepalen of het goed is. Heel lief dat je zegt dat iedereen in jullie gezin het anders doet. Lief, omdat je daarmee je vader en je zus zoveel ruimte geeft. Om er op hun eigen manier mee om te gaan. Dank voor je reactie!

  3. Mooi. Toen mijn moeder onverwacht 1,5 jaar geleden overleed gaven mensen mij ook het idee dat ik het ‘verkeerd’ deed. Ik huilde niet, probeerde gewoon door te gaan maar kon er wel over spreken. Dat ik er zo ‘zakelijk’ over kon spreken kon toch niet kloppen?! De klap zou nog wel komen concludeerden mensen.
    Ik geloof niet dat er een klap komt. Het verlies van mijn moeder is een constant aanwezig gemis. Meestal is het stilletjes aanwezig, soms maakt het kabaal.
    Ik zou willen dat iedereen kon accepteren dat er geen regelementen zijn over hoe rouwen moet. Iedereen doet het anders. Mijn zus en broer, mijn vader, ik, we doen het allemaal anders maar we missen haar allemaal.
    Dank voor het mooie stuk.

  4. 2 jaar geleden ben ik in een jaar tijd mijn beide ouders verloren en een half jaar geleden de liefde van me leven die had het uitgemaakt ik was een wrak. Het heeft mij veranderd en ben nog steeds bezig om mijn eigen geluk terug te vinden..mooie tekst echt prachtig!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.




WordPress Anti-Spam door WP-SpamShield