Dakloos in….Nederland

Utrecht is mijn statsie sinds 1986. Als frisse Twentse blom kwam ik terecht in een bruisende stad met totaal verschillende bewoners. Ik snakte naar ‘het westen’ en vond het stadse leven heerlijk, maar schrok en schrik soms nog steeds van de verschillen in leefomstandigheden tussen de verschillende bewoners van de stad.

Ik woonde een tijd op de Voorstraat, boven Sleep-inn het Snurkhuis. Een plek waar daklozen en thuislozen een paar nachten per maand tegen een geringe vergoeding onderdak kunnen krijgen. Voor de nacht welteverstaan, ‘sochtends moesten ze de straat weer op.

Slapend mens
In die tijd werkte ik in een theatercafé om de hoek en ik kwam dan ook regelmatig diep in de nacht thuis. Niet zelden moest ik dan in de portiek over een slapend mens heenstappen. Ik zeg bewust geen ‘zwerver’, ‘dakloze’, ‘alcoholist’ of ‘junk’, omdat dit termen zijn waarmee we mensen buiten de maatschappij plaatsen. ‘Afgeschreven’ stempel je dan op zijn voorhoofd.
Deze slapende mens dus vond in onze portiek heel even bescherming, al was het maar tegen de regen. Soms kreeg deze mens een boterham van ons, als daarom gevraagd werd. Geld gaf ik nooit, ik ben meer voor de praktische ondersteuning.
Soms speelden zich schrijnende taferelen af onder ons raam. De poort ging pas om een uur of 9 ‘savonds open, en sommige mensen konden dan al uren eigenlijk niet meer op hun benen staan. Een jongen lag maanden lang ‘smiddags al om 4 uur bij ons op de stoep. Elke keer als we langsliepen vroeg hij ons om geld. Ook waren er veel relationele ruzies. Die soms flink uit de hand liepen. Maar nog vaker hadden we helemaal geen last van onze buren.

Het went nooit
Toch wende het nooit: de aanblik van mensen die soms totaal in zichzelf gekeerd waren, soms vervuild, soms agressief. Ook de idee dat ze na de nacht weer gedoemd waren rond te zwerven, vaak op zoek naar verdovende middelen en alle rotzooi die daarbij hoort, stemde me vaak negatief. Dat er mensen zo moesten leven in een welvaartsstaat! Onacceptabel. Als ik de trein naar mijn vader nam kwam ik ook altijd langs de stationsstraat, waar Tarantino vast graag een film had ‘geschoten’. Honderden mensen zaten hier dag in dag uit samen te dealen, te ronselen, te gebruiken en elkaar te misbruiken.

foto

Superwethouder
Sinds een paar jaar heeft Utrecht gekozen voor een geheel nieuwe aanpak: Hoog Catharijne werd leeggeveegd, de Stationsstraat gesloten en er werden hostels voor drugsverslaafden overal in de stad neergezet. Na ontzettend veel tegenwerking van buurtbewoners is inmiddel iedereen overstag. Hostelbewoners kunnen binnen gecontroleerd gebruiken, waardoor de overlast op straat verminderd is. Door de toegenomen controle van instanties en van de politie, is de veiligheid in sommige wijken toegenomen.
Ik ben trots op Hans Spekman, de verantwoordelijke wethouder voor deze aanpak. Hij steekt al jaren zijn nek uit voor mensen die op de een of andere manier buiten de boot zijn gevallen. Hij vaart telkens weer terug om ‘man over boord!’ te roepen, en hijst de mensen weer aan boord. Niks mensen afschrijven, problemen aanpakken is zijn credo.
Mooi zou je denken, de overlast is verminderd, verslaafde mensen worden niet meer opgejaagd, maar toch zijn we er niet met de komst van de hostels. Het gebruik van verdovende middelen door de bewoners neemt niet af bijvoorbeeld.

Tommie Salo
In de laatste editie van ‘Straatnieuws’ staat een interview met Tommie Talo, een Molukse ‘jongen van 40’, die de helft van zijn leven op straat heeft geleefd. Zoals veel daklozen heeft hij een psychiatrische achtergrond en gebruikt hij harddrugs. Tommie woont nu in een hostel op de Maliebaan, heeft door de regelmaat af en toe weer een baantje maar wil toch graag weg uit het hostel. Waarom? ‘Zolang ik in het hostel woon, blijf ik gebruiken. Hoe kun je stoppen als er nergens een plek is waar je geen last hebt van andere gebruikers? Als iemand de deur open doet, sta ik weer in een walm van heroïne en coke.’ Voor Tommie is de verleiding er dus altijd en overal. En daar wil hij van af. Daarom zoekt hij een eigen woning. Zijn goed recht. Maar is het ook niet handig om mensen in de hostels te helpen bij het afkicken? Zodat de overgang van het hostel naar het vrije leven niet zo hard is?

Stilstaan
Ik wilde even bij Tommie stilstaan, omdat het nodig is. Ook in ons land zijn er mensen die nauwelijks overeind blijven staan. Die in zeer slechte omstandigheden telkens weer het beste er van proberen te maken. Daar hoef je echt niet voor naar het buitenland.

Op de foto: Hostel De Hoek, aan de Kögllaan in Utrecht (foto van de website van de gemeente Utrecht).

Over Daan Westerink 515 Artikelen
pedagoog (MEd), rouwdeskundige, docent en onderwijsontwikkelaar, publicist, mediator, trainer en social media expert.

7 Reacties

  1. Avatar van Leny
    Mooi artikel. Ook ik koop altijd de daklozenkrant, alleen al om het feit dat IK een dak boven mijn hoofd heb, en dat bij mij thuis de verwarming aan kan.
    Groetjes van Leny

  2. Avatar van Loes
    Ja, goed stuk. De daklozenkrant kan trouwens wel wat meer reclame gebruiken.
    1,50 MENSEN, EN ER GAAT EEN WERELD VOOR JE OPEN !

  3. Avatar van toliveornot
    Tot rust komen in een hostel lijkt een goede zaak.
    Hoewel tot rust komen met dope een utopie is.
    Dit geldt (minder) voor drank.
    Eenmaal tot rust gekomen zal men tot de kern van de zaak moeten geraken.
    Zoek de kern. Krijg de positieve prikkel.
    Het gaat met name om het benutten van menselijke kwaliteiten.
    Onze samenleving gaat hier steevast aan voorbij.
    Scoren, scoren en scoren is het motto.
    Helaas.
    Wanneer gaan wij als maatschappijk anders scoren?
    Wanneer kunnen en mogen wij bij onszelf blijven.
    Bij ons mens zijn?
    Een moeilijke materie.
    Hoewel.
    Verander de wereld. Begin bij jezelf.
    Dit geldt ook voor de politiek.
    Laat de politiek anders scoren.
    Scoren op het mens zijn.
    Laten wij de welvaart eindelijk eens optimaal benutten om welzijn te realiseren.
    Om mens te kunnen en mogen zijn.
    Succes met je positieve hersenspinsels.
    Iedere bijdrage om na te denken is broodnodig.

  4. Avatar van Helena
    Goed stuk! Daklozen hebben het erg moeilijk in Nederland! Ik vind de heer Spekman ook een held! Hij vecht nog voor asielzoekers, illegalen, daklozen!

    Verder heb ik ook nog in de Voorstraat gewoond (vlak naast de bioscoop, boven de matrassenwinkel).

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.




WordPress Anti-Spam door WP-SpamShield