Dag meneer, met Herman. Herman Brood

Graf Herman BroodBegin jaren ’80 ging de telefoon in een rijtjeshuis in Hilversum. De vader van het gezin nam op. Na het noemen van zijn naam zei de beller ‘Dag meneer, met Herman. Herman Brood’. ‘Dan bel jij zeker voor mijn dochter’, zei de vader. ‘Ja’, antwoordde Herman. Ik weet niet of het waar is, maar in gedachten hoor ik de grijzende vader even zuchten voor hij verder praatte.

‘Voordat je weer met haar een afspraak maakt, willen mijn vrouw en ik je zien, we willen heel graag weten wie de man is waar zij zo vol van is, en willen graag van jou horen hoe je over haar denkt.’ Ik kan me heel goed voorstellen dat het toen even stil was aan de andere kant van de lijn. Maar toen kwam het antwoord. ‘Dat is goed, vrijdag ben ik in het Wapen van Bussum.’

En daar zaten ze een paar dagen later. Een echtpaar van middelbare leeftijd, met een punkdochter van bijna 18 die sinds een paar maanden naast de oefenruimte woonde van Herman Brood en zijn band. Zo kwam ze met de zanger in contact. Ook dertig jaar later benadrukt ze nog maar eens dat ze niet verliefd op hem was, dat hun relatie puur platonisch was en dat hij de antwoorden op veel van haar levensvragen wist.

Haar ouders waren geheel-onthouders en gelovig. Maar ze waren niet naïef. De naam Herman Brood viel zo vaak in het weekend, dat ze navraag deden naar deze voor hen onbekende zanger. Wat ze hoorden maakte hen aan het schrikken. En de sussende woorden van hun opstandige dochter ‘we zijn alleen vrienden’ overtuigde niet. Vandaar de afspraak.

Herman kwam, en ze brachten uren met elkaar door, de zanger en de ouders van het meisje. Herman praatte en praatte. Zij luisterden en stelden vragen. Wat er precies is besproken blijft onduidelijk. Maar toen de ouders thuis kwamen zeiden ze tegen hun dochter dat het goed was. Dat Herman een prima vent was, en dat ze hem volledig vertrouwden. Al vonden ze het jammer dat de man zoveel dronk. Dat vond het meisje ook.

Zij bleef twee jaar naast de oefenruimte wonen, en in die periode ging ze vaak mee naar concerten. Haar broer vergezelde haar regelmatig, ook hij is nog vol van de bijzondere ontmoetingen met – nog altijd – een van zijn muzikale voorbeelden. Na die twee jaar kreeg het punkmeisje een hectische baan aangeboden in Duitsland, en ze vertrok uit Hilversum. Herman en zij hielden nog even contact, tot de tijd al hun sporen uitwiste.

In december 2003 overleed de oud-tante van het meisje, op honderdjarige leeftijd. De punker van toen was inmiddels een bijna veertigjarige blonde moeder op kekke hakjes. Het gezelschap kwam bijeen in de aula van Zorgvlied en keek vrolijk terug op het lange leven van hun vrijgezelle tante. De sfeer was warm en open. Samen brachten ze tante naar haar laatste rustplaats.

Ineens doemde een grote engel op die haar armen speciaal voor hen leek te openen. Het schijnt dat de blonde vrouw toen heel even wankelde. Die engel, was dat niet de engel die op het graf van de in 2001 overleden zanger Herman Brood stond? Vervolgens liep ze naar haar broze vader en moeder. ‘Pap, mam, ik denk dat tante tegenover Herman komt te liggen. Kijk, daar is zijn graf.’ Iemand zei: ‘Tante zal straks vast goed voor Herman zorgen.’ Dat vond ze een troostende gedachte.

Daan Westerink, juli 2011

Op 11 juli 2001 stierf Herman Brood (1946), na een sprong van het Hilton Hotel. De urn met zijn as ligt begraven op het speciale grafveld ‘Paradiso’ van Begraafplaats Zorgvlied in Amsterdam. De engel op het graf is ontworpen door Emile Zwartelé. Tien jaar later ging een van zijn dochters, Lola Brood, op zoek naar haar vader, in de documentaire ‘Lola zoekt Brood’.

 

Over Daan Westerink 515 Artikelen
pedagoog (MEd), rouwdeskundige, docent en onderwijsontwikkelaar, publicist, mediator, trainer en social media expert.

4 Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.




WordPress Anti-Spam door WP-SpamShield