We trekken al een paar dagen met elkaar op, hier op de knusse camping op de kleine schapenberg aan een meer in de Auvergne, Frankrijk. Twee lange tafels zijn voortdurend gedekt onder hoge bomen. Vier volwassenen, vijf grote en kleine kinderen. Dochter heeft geluk: wij gaan morgen weg, maar zij mag nog twee weken blijven bij haar beste vriendin op deze camping. Een paar jaar geleden ontmoette haar alleenstaande moeder de hartelijke muziekdocent Geert. Hij is weduwnaar en heeft volwassen dochters en een zoon. Na een paar jaar is er een nieuw gezin ontstaan. En daar wordt de komende twee weken onze dochter aan toegevoegd.
Na het accordeon spelen hebben Geert en ik het over ons bonte gezelschap. Hoe anders
het leven er jaren geleden uitzag, voor ons beiden. Geert vraagt hoe mijn familie met de
dood van mijn moeder is omgegaan. Ik vertel dat haar familie, met wie we voor haar overlijden zoveel contact hadden, niet goed wist hoe ze dat moesten doen. Ze zwegen dus maar over hun verdriet, en dat was eigenlijk nog erger dan het verdriet zelf. Dat het contact tussen ons uiteindelijk is verbroken, vind ik nog steeds moeilijk. Geert zwijgt. En zegt dan dat het net zo is gegaan met de familie van zijn overleden vrouw. Zij zwijgen ook, en laten nauwelijks iets van zich horen. Hoe dat toch mogelijk is, vraagt hij zich af, zijn kinderen hebben het daar ook erg moeilijk mee. Hij loopt door dit alles nog steeds met een schuldgevoel rond. Wat had hij anders kunnen doen?
We zuchten diep. Hier, op deze kleine berg vieren we vakantie, en omarmen we het leven, maar komt het verdriet om wat was en wat nooit meer terug komt ineens weer heel hard om de hoek kijken. Je kunt wel met vakantie gaan, maar het verdriet reist altijd vrolijk met je mee. Gelukkig zijn we in gezelschap van (nieuw) geluk, en dat houdt ons op de been. We zwijgen even, en dekken dan de tafel. Er moet altijd weer gegeten worden.
En ineens is het moment om afscheid te nemen daar. Een dapper blond meisje van twaalf omhelst haar vader, moeder en zusje. Geert zegt ‘We maken er een mooi nieuw vakantiegezin van!’ Die woorden ontroeren. Tranen stromen. ’s Avonds hoor ik dat mijn dochter zich na vijf minuten vermande en zei ‘En nu is het over, klaar met de tranen’. Ze trok haar vriendin mee, sleepte haar tas naar de tent en riep ‘En nu gaan we deze tent eens even goed op-pimpen!’ Verdriet en geluk, een prima combinatie, zolang het er allebei maar mag zijn.
Daan Westerink, augustus 2010
copyright: Daan Westerink en Monuta: www.monuta.nl
Daan Westerink, augustus 2010
Het gekke is dat je juist van je familie verwacht dat ze ‘iets’ zullen blijven zeggen, de herinnering levend houden, en niet zullen vervallen in stilzwijgen omdat het dan, juist bij familie, lijkt alsof ze er nooit zijn geweest. Maar helaas, in sommige families gaat het zo.
Een ‘zonder ouders’ dag, wat een mooi idee, inderdaad met lange tafels en wijn en nostalgiegerechten.
Na de dood van mijn ouders, de afgelopen twee jaar, kreeg ik een bijzondere kaart van een goede vriendin, ze schreef dat nu familiebanden schaarser werden, ze ruimte wilde bieden voor het creeren van nieuwe banden, als ik dat wilde. Sindsdien spreken we soms met elkaar af onder de noemer ‘nepfamilie’. Mijn eerste ‘zonder ouders kerst’ was met haar, haar man en kind. Sindsdien bedenken we dingen die we kunnen doen; het nostalgisch familiediner noemen we ‘familiehapjesdag’ (immers in de Achterhoek gaat geen gebeurtenis voorbij zonder hapjes) en maken we de hapjes die onze ouders maakten en die we al bijna vergeten zijn (o.a. gevulde eitjes, appeltaarten, hamrolletjes). En minstens zo belangrijk: er is ruimte voor een gesprek, geen stilzwijgen, over hoe het was, wie ze waren en wat ze wel niet gezegd zouden hebben. En nee, de hapjes smaken niet zoals toen, maar de sfeer, het idee en het samenzijn maken veel goed! ps. als je hulp nodig hebt bij een landelijke zonder ouders dag…?
Oh Anita, wat fijn je reactie. Ja, ik ben terug, back to basics (schrijven, dat is waar het om draait). Wat goed, die zonder ouders dag. Die zou ik graag landelijk willen organiseren, een dag in een boomgaard, met veel lange tafels, wijn en goede soep en andere nostalgie-gerechten. Je moet het geluk echt zelf gaan zoeken. Ik was ook zo verdrietig door de reactie van familie, maar zie nu dat ik het ergens anders zoeken moet.
Liefs, Daan
Wij als kinderen zonder ouders gaan regelmatig leuke dingen met elkaar doen en gezellig eten en 1x per jaar ga ik alleen mijn broers op stap (zonder aanhang) we hebben dan een gezellige avond uit.
Helaas is het contact met mijn oom na het overlijden van mijn moeder zo goed als verbroken. Als we elkaar tegen komen op familiebijeenkomsten dan spreken we elkaar maar hij heeft na het overlijden van mijn moeder (zijn zus) niets meer laten horen.
Daan, goed dat je weer terug bent met je weblog.
Marjelle: dank je wel!
Hanna, ja, sommige dingen kon alleen zij (of hij) echt goed. Dat blijft toch dat gaatje in je ziel. Maar ik heb ook geleerd nieuwe liefde toe te staan.
Tja, en ook al maak je je eigen kerstrituelen of bak je zelf de taarten, niemand kon dat zo goed en zo lekker als je eigen moeder…
Met een brok in mijn keel gelezen. En nu verder.
Lebonton: die stilte was af en toe haast ondraaglijk ja.
Barbara: je raad is absoluut waardevol en welkom! Dank je wel. Dat samen eten: ik heb er goede herinneringen aan (familiediners, kerst, feesten), en vind het zo jammer dat dit verbindende ritueel niet voort is gezet na de dood van mijn moeder. Het is zoals het is, maar het is goed gezinnen aan te raden wel samen iets te blijven ondernemen…
Mooi blog, Daan, deels herkenbaar.
Iedereen rouwt in een ander tempo. Ik vraag me af hoeveel huwelijken, vriendschappen en familiecontacten dat kost. Misschien een idee met die families af en toe te eten want eten en samen iets doen geeft troost en kans op contact, tussen de bedrijven door. Moeten dan wel 20 gangen menu’s zijn.
O sorry, zie net hiernaast je professie. Dan heb je mijn raad niet nodig, maar ik laat hem maar staan.
tja, zwijgen over de dood, de dood doodzwijgen, terwijl de woorden roepen om gesproken te worden.