Stijn Fens, 9 augustus 2021 in Trouw
“In maart 2020 was ik aan het herstellen van een burn-out, mijn werk als rouwdeskundige en docent had te veel van mij gevergd. Ik had besloten als rouwdeskundige te stoppen en mijn master pedagogiek weer op te pakken. De weinige energie die ik had focuste ik op dat afstuderen. Toen het coronavirus de boel overnam, zat ik dus eigenlijk al in een lockdown. In juli vorig jaar studeerde ik af en was klaar om als pedagoog aan de slag te gaan. Maar toen trof het noodlot mij.
Je komt dan in een rollercoaster terecht, waarin je niet weet waar je houvast kunt vinden. Aan de spiegel op mijn kantoor hing altijd een kaart met die ten onrechte aan Pippi Langkous toegeschreven uitspraak erop: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’. Dat heb ik altijd heel mooi gevonden: je springt in het diepe en je doet het gewoon, hoe eng ook. Maar nu wist ik bij God niet hoe ik met die kanker moest omgaan. Ik was nergens meer.
Moederziel alleen in een Utrechts ziekenhuis
Ik werd geopereerd op 2 november, Allerzielen, en lag moederziel alleen in een Utrechts ziekenhuis waar het coronavirus weer met een opmars bezig was. Niemand kon met me mee en ik mocht maar één bezoeker per dag ontvangen.
In die eenzaamheid verschenen een paar engelen naast mijn bed. Een van hen was mijn kamergenoot Edwin, die vlak voordat ik naar de operatiekamer werd gereden tegen mij zei: ‘Volg je hart’. In die operatiekamer trof ik een engel in de persoon van een verpleegkundige die zei: ‘Denk aan iets waar je heel erg blij van wordt’. Ik was heel erg aan het huilen. Mijn ouders hebben hetzelfde traject doorlopen als ik. Ik zei: ‘Ik ben zo verschrikkelijk bang en dat mag niet’. De verpleegkundige antwoordde: ‘Natuurlijk mag dat wel’.
Toen ik bijkwam uit de operatie had ik heel veel pijn, maar de verpleging erkende dat niet. Uiteindelijk kreeg ik van de arts goede pijnstilling. Vervolgens heb ik een heel fijn gesprek gehad met de geestelijk verzorger van het ziekenhuis en tegen haar heb ik gezegd: ‘Ik heb echt hulp nodig, ik kan het niet alleen’. Later kreeg ik van een vriendin het boek van Charlie Mackesy, De jongen, de mol, de vos en het paard. Daarin las ik: ‘Wat is het moedigste dat je ooit hebt gezegd?’ vroeg de jongen. ‘Help’, antwoordde het paard. Dat is mijn zin.
Het kleine meisje in mij heeft geleerd hulp te vragen
Uiteindelijk bleken er uitzaaiingen te zijn. Ik heb chemo gehad, dat was heel zwaar. Elke drie maanden word ik nu gecontroleerd. Tot nu toe waren de uitslagen altijd goed.
De rouwdeskundige in mij vond het vroeger fantastisch anderen hulp te geven, maar het kleine meisje in mij heeft geleerd nu ook hulp te vragen. En te ontvangen. Die vermeende uitspraak van Pippi Langkous klopt niet. Je hoeft het niet alleen te doen. Ik ben gezegend met een fijn gezin en lieve mensen om me heen.
Mijn energie heb ik nog niet helemaal terug, maar ik krijg fysiotherapie en binnenkort ga ik als pedagoog meelopen op een HBO-opleiding. Ik ben er weer.”