Ik dacht dat ik eruit was. En dan bedoel ik uit de vraag: wat moet er na mijn dood gebeuren met mijn lichaam, begraven of cremeren? De laatste tien jaar riep ik in volle overtuiging: cremeren! En ik ben niet de enige. Sinds 2003 worden er meer overledenen gecremeerd dan begraven. Dat heeft alles te maken met de lossere opstelling van de kerkelijke instanties, die niet meer voorschrijven dat cremeren uit den boze is en met de stijgende kosten van een begrafenis.
Maar er is nog een reden waarom veel mensen aangeven later liever gecremeerd dan begraven te willen worden, en dat is ook de reden waarom ik vast heb laten leggen dat ik later gecremeerd wil worden: het onderhoud van het graf. Ik wil niet dat mijn kinderen later heel veel kilometers af moeten leggen om mijn graf te onderhouden en iedere tien jaar na moeten denken of ze de grafrechten willen verlengen of niet. Het gekke is dat mijn broer en ik het geen probleem vinden om naar het graf van onze ouders te reizen, laat staan om de grafrechten iedere keer weer te verlengen. Maar om mijn eigen kinderen hier mee op te zadelen, nee.
Ik schrijf dat ik dacht dat ik eruit was. In de verleden tijd. En dat klopt. Want door mijn recente bezoekjes aan Natuurbegraafplaats Hillig Meer in Drenthe en de monumentale begraafplaats Soestbergen in Utrecht, ben ik gaan twijfelen. Tussen de hoge eiken en iepen van de natuurbegraafplaats moest ik goed turen voor ik de graven zag liggen. Geen monument, geen vlinders, geen kaarsen: ik zag vooral natuur. Directeur Chris Schreve gaf aan dat dit nu juist de bedoeling was. Zo was het eeuwenlang ook gegaan, en zo zou het weer moeten gaan: na de dood opgaan in de natuur. Hij had zelf, zo jong als hij is, ook al zijn eeuwige plek uitgekozen op zijn eigen begraafplaats. Naast ‘Moesje’, zijn oma die hem de liefde voor die natuur had bijgebracht. Ik werd geraakt door dit verhaal. Vind het prachtig dat de natuur de graven verzorgt, niet de mens. Thuisgekomen vertelde ik mijn gezin dat ik later misschien toch wel begraven wil worden. Maar dan alleen op een natuurbegraafplaats.
Tot ik vorige week Begraafplaats Soestbergen in Utrecht bezocht, een wandelpark dat in 1829 ontworpen werd door Zocher. Sinds 2000 is het een rijksmonument. Recente en eeuwenoude graven liggen naast elkaar, met op de grafmonumenten vaak ontroerende teksten. De metershoge platanen, het baarhuisje, de unieke grafheuvel die uitkijkt over het park, de graven met hun eigen verhalen, een rust kwam over me. Medewerker Tanja Medema vertelde dat zij hier later graag begraven wilde worden, en ik kon me daar ineens alles bij voorstellen. Hier begraven worden, in de stad waar ik het geluk vond, dat is toch prachtig? Thuisgekomen vertelde ik mijn gezin dat ik het ook wel een mooi idee vond om in Utrecht begraven te worden, ooit. In een rijksmonument. Ze knikten en lachten. Niets zo veranderlijk als Daan.
Wat nu te doen, dacht ik. Neem mij volgende week mee naar bijzondere plekken waar de as van een overledene is uitgestrooid, en ik ga weer twijfelen en wordt het wellicht toch weer cremeren.
In de stilte van mijn werkkamer dacht ik deze ochtend aan mijn overleden vader. Wat zou hij nu zeggen tegen zijn wispelturige dochter? En ineens wist ik het antwoord. ‘Laat het aan de kinderen over, Daantje. Als zij je graf graag willen bezoeken later, dan wordt het begraven. Willen ze je as uitstrooien op bijzondere plekken, dan wordt het cremeren.’ En zo is het.
En jij? Hoe denk jij over je laatste bestemming? Ik hoor het graag!
Daan Westerink (column in Vakblad Uitvaart, april 2014)
Ja, als je kinderen hebt kan ik me die keuze goed voorstellen, hoor. Maar ik heb geen kids, dus dat scheelt voor mij alweer. 🙂
Dag mensen van de stichting, ik ontvang graag meer informatie! info@daanwesterink.nl. Dank voor de reactie.
Dank je wel, Michael! Ik dacht er ook heel lang zo over. Maar de mens wik en weegt blijkbaar een leven lang. Daarom laat ik het over aan de nabestaanden, als die dan nog in leven zijn 🙂
Het blijft een interessante vraag: begraven of cremeren? Zelf heb ik jaren geleden al besloten dat de laatste optie het beste bij mij past: laat me maar in rook opgaan. Zelf bezoek ik zelden het graf van overledenen. Ik denk wel vaak aan ze, dus voor mij is die fysieke plek niet nodig. Wel hou ik erg van mooie, sfeervolle kerkhoven en die bezoek ik dus uit interesse. Misschien houd ik daarmee de dood en esthetiek gescheiden.
Vanuit het idee van duurzaamheid op de lange termijn bekeken. Nederland is tot ongeveer 2025 zelfvoorzienend qua gas. Daarna worden we afhangelijk van Russisch gas. Rusland in het huidige tempo van productie heeft nog voor 40 jaar gas. Dus vanaf 2050 moeten we een goed alternatief hebben. Eigenlijk zouden we om de aarde leefbaar te houden nu al moeten op houden met CO2 te produceren en dus stoppen met verbranden en dan zeker de te vermijdbare zaken. Begraven heeft heeft ook een hoop nadelen geschikte plaatsen met een droge ondergrond die het vergaan van de stoffelijk overschotten bespoedigd. Begraven is op de huidige manier erg afhankelijk van fossiele brandstoffen en daar hangen een hoop van de huidige problemen mee samen. De bevolkingsexplosie zorgt ervoor dat na de vergrijzing de komende decennia het aantal sterfgevallen in Nederland zal stijgen van 130.000 nu naar 210.000 in 2050. Er is dus een enorme capaciteits uitbreiding noodzakelijk.
Bij Pyrolysium zijn we druk aan het werk om een duurzame oplossing te realiseren. Door middel van geconcentreerd zonlicht of met duurzaam opgewekte elektriche infrarood straling wordt het stoffelijk overschot uitgedroogd en vervolgens omgezet in biokool. De geproduceerde biokool in biologisch en chemisch inert en vormt dus geen belasting voor het milieu en kan begraven worden of uitgestrooid of gebruikt worden om een herdenkingsboom op te planten. De testoven is af en binnenkort hopen we op een eerset gecntroleerde en gedocumenteerde pyrolyse van een overleden huisdier.