Maryam is 15 jaar als haar vader heel plotseling overlijdt. Ze is op dat moment nog maar kort in Nederland nadat ze, samen met haar ouders, broers en zusje, voor de oorlog in Afghanistan vluchtte. Wat ze heel erg vindt, is het medelijden dat sommige mensen uit haar omgeving met haar hebben. Daardoor krijgt ze het gevoel dat mensen haar zielig vinden. En dat is ze absoluut niet.
“Wat onprettig was, dat was het gevoel dat mensen medelijden met me hadden want dan kreeg ik het gevoel dat ze me zielig vonden en dat wilde ik helemaal niet.”
Als jonge puber kan ze na zijn dood maar met heel weinig mensen over haar vader praten, behalve met haar familie. “Wat ik toen niet prettig vond is dat sommige mensen je min of meer dwingen om te praten ook al geef je aan dat je daar geen behoefte aan hebt. Of ze adviseren wat je wel of niet moet doen. Allemaal goed bedoeld maar op dat moment vond ik dat niet leuk.” Ze merkt dat veel mensen niet goed naar haar luisteren of zeggen hoe ze moet leren omgaan met het verlies van haar vader. Helemaal onprettig vindt ze het als ze merkt dat mensen medelijden met haar hebben. “Want dan krijg ik het gevoel dat ze me zielig vinden en dat wil ik helemaal niet!” Als je iemand zielig vindt, dan zeg je eigenlijk: ik vind je enorm hulpeloos. En dat werkt bij Maryam en veel andere nabestaanden totaal averechts. Aandacht krijgen omdat mensen je zielig en zwak vinden, betekent dat je niet gelijkwaardig bent.
Lees verder op Ik mis je
Laat een reactie achter