Psychologe Beate Matznetter verloor 18 jaar geleden haar zoontje van 7 maanden oud aan wiegendood. Hij was de helft van een jongenstweeling. Voor het boek ‘Samen verder na het verlies van een kind’ interviewde ze andere ouders van een overleden kind. Hun verhalen en het verhaal van haar eigen gezin, zijn de basis van het boek. Matznetter geeft aan wat ouders, die een kind verliezen, nodig hebben, hoe zij verder gaan met (of zonder) hun partner, en hoe het leven verder gaat voor broers en zussen van het overleden kind.
Heel sterk is de thematische indeling van het boek. Alle ingrediënten van het leven na de dood van een kind komen aan de orde. De verslagenheid zo kort na het verlies. De hulp die je dan hoe dan ook zo hard nodig hebt, ook al kun je er niet altijd om vragen. De steun en aandacht die ook de jaren daarna welkom zijn.
Maar ook geeft ze aan wat er mis kan gaan in contacten als er voor jou ingevuld wordt wat je nodig hebt. De afwezigheid van vrienden en familie bijvoorbeeld, die zwijgen over het kind als ze langskomen, en niet bellen op de sterfdag want ‘Ik wilde je niet verdrietig maken’. Matznetter geeft aan dat het zwijgen begrijpelijk is, maar niet nodig. Vraag wat iemand nodig heeft. Bedenk dat het verdriet er alle dagen is, ook buiten de sterfdag, en dat je iemand dus niet verdrietig kunt maken als je er over begint.
Wat daarnaast raakt is de eerlijkheid van de auteur. Ze spaart zichzelf niet. Net als andere ouders van een overleden kind, voelde ook zij zich schuldig over de dood van haar zoontje en was ze soms boos op haar omgeving, op zichzelf, op haar man. En net als andere ouders dacht ook zij dat haar kinderen in de jaren erna geen aandacht tekort kwamen en dus geen hulp nodig hadden. Tot het tegendeel waar bleek. Daarmee steekt ze iedere ouder van een overleden kind, maar ook de andere kinderen in het gezin, een hart onder de riem.
Tijdens de boekpresentatie overhandigde Matznetter het eerste exemplaar aan schrijfster Mirjam Rotenstreich. Zij is partner van schrijver Adri van der Heijden en moeder van zoon Tonio, die op Eerste Pinksterdag 2010 werd aangereden door een auto en overleed. Ze vertelde dat ze het boek ‘Tonio’, dat Adri schreef over hun zoon, nog steeds niet helemaal heeft gelezen. “Ons leven was kapot na de dood van Tonio. Maar we moesten wel verder. Het is overleven. We zijn eigenlijk weer terug bij af. We begonnen met zijn tweetjes, Adri en ik, en zijn nu weer alleen met elkaar. En het is misschien heel gek om te horen, maar we hebben het heel goed samen.”
Beate Matznetter geeft deze hoopvolle gedachte ook mee aan ouders van een overleden kind. Dat op een gegeven moment het besef komt dat je, ondanks het verschrikkelijke feit dat je kind dood is, het toch de moeite waard vindt je leven zo goed mogelijk voort te zetten. Vaak helpt volgens haar de gedachte aan het kind, dat niet anders zou willen dan dat jij als ouder zelf doorleeft en geniet van de mooie dingen in het leven. Zelfs als het kind in het leven zelf geen uitweg meer zag. Een houvast wellicht voor andere ouders.
het boek kost €14,95 en is bij Uitgeverij Ten Have verschenen.
Hallo Inge,
Onze Jorin was ouder dan jullie Agnes, toen hij stierf, en misschien daarom kreeg ik de opmerking dat we gelukkig met de ene moesten zijn nooit te horen. Wel speelde het een rol bij mezelf (en niet bij mijn man, geloof ik): ik was zo perplex dat de borstvoeding nog werkte en was blij toen ik merkte dat mijn andere, levende zoon de lege ruimte vulde en meer aanwezig was dan eerst. Zo kwam het dat ik wel verdriet toeliet en zelfs opzocht, maar niet ‘in een gat viel’.
De laatste jaren verschuift het, zoals ook Daan opmerkte en citeert uit mijn boek. Ik mis Jorin voor zijn broer, voor zijn zussen, voor zijn vader. En ik: Tja…hem enerzijds missen en anderzijds elke seconde in me dragen is helemaal hoe ik ben geworden. Ik weet niet beter. Elke dag kijk ik naar zijn foto en kijkend naar zijn broer ook naar hem. Maar dat ik ooit verwachte dat er op een dag twee van zulke kerels hier rond zouden lopen is tegelijkertijd ver weg.
Als het kind dat sterft de helft van een tweeling is, maakt dat de rouw nog ingewikkelder. Onze dochter Agnes stierf na 9 weken aan de gevolgen van vroeggeboorte. Haar tweelingbroertje Bart kwam 1 dag na haar begrafenis thuis, een piepkleine kwetsbare baby. Er was verdriet om Agnes en blijdschap om Bart en die twee emoties vochten constant om voorrang. Ook bezoek wist zich vaak geen raad met de dubbele situatie. “Gelukkig heb je nog één over!” zeiden mensen vaak om ons op te beuren. Daar waren we door ervaringsdeskundigen tijdens haar ziekte al voor gewaarschuwd. In haar rouwadvertentie schreven we dan ook:
We hebben niet ‘gelukkig nog één over’
Hoe onze toekomst ook nog wordt
We zullen altijd eentje missen
We komen altijd één tekort
Na Agnes en Bart hebben we nog een gezonde zoon gekregen.
En Agnes heeft na 17 jaar nog steeds haar eigen plek in ons gezin.