Wanneer je je broer of zus verliest, gaat de aandacht van de omgeving vaak in de eerste plaats naar de ouders of naar de partner. Rouwdeskundige Daan Westerink beschrijft hoe broers en zussen hun eigen verdriet mogen omarmen bij gemis. Zij pleit er voor dat zij hun verdriet niet wegstoppen.
Hij tikt met zijn vinger op tafel terwijl hij heel zacht vertelt over zijn zusje. ‘Ik mis haar zo. Mijn zusje, mijn lieve, lieve zusje.’ 19 jaar is hij en sinds een jaar woont hij op kamers in een studentenstad. Twee jaar geleden verongelukte zijn zus. “Ze was anderhalf jaar ouder dan ik, maar veel kleiner. Daarom mocht ik haar zusje noemen.’ Als hij haar naam uitspreekt, schieten zijn ogen vol tranen. Thuis is er niet heel veel aandacht voor zijn verdriet, zegt hij. Een verbeten blik verschijnt om zijn mond.
‘Mijn moeder vraagt eigenlijk altijd alle aandacht. Mensen vragen altijd hoe het met haar gaat. Niet alleen aan haar, maar ook aan mij. Alsof er maar een iemand verdriet heeft. Mijn moeder.” Hij en zijn zus groeiden samen op, deelden dezelfde interesses. Verstopten zich in alle hoeken van het grote huis als een van beiden iets gedaan had wat niet mocht. Solidair waren ze met elkaar. Zei iemand iets onaardigs over haar, dan sprong hij er bovenop. En als hun ouders ruzie maakten, dan sloop zij naar de kamer van haar broertje en gingen ze samen gamen tot ze in slaap vielen. “Niemand kende me zo goed als zij. Ze was niet alleen mijn zusje, ze was mijn soulmate.”
Lees verder op Ik Mis Je
Laat een reactie achter